Hoofddoel programma

  1. passende ondersteuning voor inwoners, jong en oud, die ondersteuning nodig hebben en,
  2. een hoog niveau van participatie van al haar inwoners, met en zonder beperking,
  3. te realiseren binnen de daartoe beschikbare budgetten.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Transformatieagenda in 2016

In de periode 2015-2016 heeft het accent, binnen de hoofddoelen van het programma (passende ondersteuning, participatie en budgetneutraliteit) aanvankelijk vooral gelegen op maatwerkondersteuning, vanuit WMO en Jeugdhulp en onderdelen van de Participatiewet. De leefwereld van inwoners omvat echter vele levensgebieden die in het bestaan van alledag voor inwoners onherroepelijk met elkaar verbonden zijn. Een afgezonderde focus op alleen WMO en Jeugdhulp doet geen recht aan die ongedeelde leefwereld. Daarom hebben we daarnaast in 2016 de voorbereiding getroffen voor een ander aanbod voor onze inwoners. Dat hebben we samen met inwoners en het maatschappelijk middenveld gedaan. Een deel van dat aanbod is ook al gerealiseerd. Voorts is in 2016 de Transformatieagenda 2017-2020 voorbereid.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Lasten-Baten X (1.000)

Primitieve begroting

Begroting na wijziging

Rekening

Verschil

Lasten

70.791

70.337

66.652

3.685

Baten

20.348

21.577

21.970

393

Saldo

-50.443

-48.761

-44.682

4.079

Ten opzichte van de Begroting is er sprake van een overschot van € 4,1 mln. op dit programma. Het gaat hier met name om minder uitgaven in de persoonsgebonden budgetten WMO en jeugdhulp (ong. € 2,1 mln.), overschot huishoudelijke hulptoelage (€ 0,2 mln.), extra baten eigen bijdrage WMO (€0,2 mln.), meer uitgaven in onderwijs (-€ 0,1 mln.), gebundelde uitkering participatie & armoedebeleid (ong. € 1,5 mln.) en overschot op diverse onderdelen binnen Sociaal Domein (€ 0,2 mln.). De toelichting over deze onderdelen treft u in de tabel aan.

Lasten

Baten

De Toegang

85.000

Jeugdzorg

901.000

Maatschappelijke ondersteuning

1.171.200

220.000

Nieuwkomers

-41.000

Onderwijs

-65.100

-73.800

Participatie

1.543.100

145.400

Overige Sociaal Domein

194.200

Totaal

€3.788.400

€ 291.600

Saldo

€4.080.000

Buiten reserve sociaal domein

Onderwijs

65.100

73.800

Totaal

€3.853.500

€ 365.400

Saldo

€4.218.900

De Toegang (lasten: € 85.000 voordeel)
Vanwege technische correcties is een overschot van € 85.000 gerealiseerd in 2016.

Jeugdzorg (lasten: € 901.000 voordeel)
Problemen worden vroegtijdig opgepakt door zowel stevig in te zetten op samenwerking met scholen (via schoolmaatschappelijk werk) als de mogelijkheid voor de stichting Geynwijs om in eerste instantie via een kortdurend traject (5 tot 10 gesprekken) te werken. Via de doelenplannen wordt steeds beter ingespeeld op maatwerk in plaats van trajecten.

Bij jeugd is een dalende trend zichtbaar in persoonsgebonden budget waardoor er € 626.000 minder is uitgegeven dan begroot. Binnen de Jeugdwet kan een PGB worden toegekend op basis van een PGB-plan. Achtergrond van deze gedachte is dat het overgrote deel van de zorg in voor jeugd uitgevoerd wordt via ZIN.  Wij passen een PGB toe bij maatwerkoplossingen die daar om vragen. Daarnaast wordt een PGB toegepast op verzoek van de inwoner.
De mogelijkheid om via een PGB zorg te verkrijgen blijft overigens mogelijk. Daarvoor dient een PGB plan opgesteld door de inwoner in samenwerking met Geynwijs of een onafhankelijke cliëntondersteuner. Ook de lasten zorg in natura zijn lager gebleken, ongeveer € 275.000. Dit komt grotendeels door afrekeningen met de zorgaanbieders over 2015 die pas recentelijk is afgesloten. daarnaast blijkt ten opzichte van de najaarsnota dat er ook lagere lasten resteren voor 2016.

Het voordeel inclusief technische correcties in verband met het boekjaar 2015 geeft een voordeel van € 901.000.

WMO (lasten: € 1.171.200 voordeel, baten: € 220.000 voordeel)
De uitgaven van de middelen maatschappelijke ondersteuning zijn € 1.171.200 lager dan begroot.
We lichten hieronder de grootste wijzigingen toe.
Voor de huishoudelijke hulp is € 561.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit betreft zowel zorg in natura (€ 309.000) als persoonsgebonden budget € 252.000).  Daarnaast is voor Begeleiding is € 379.000 minder uitgegeven dan begroot.
Op de individuele voorzieningen WMO is tevens minder uitgegeven (€ 230.000). Dit betreft diverse onderdelen als rolstoelen, woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen.

Voor PGB (zowel HH en Begeleiding) zien we in het algemeen een dalende trend. In 2015 was nog het overgangsrecht van kracht dus inwoners behielden grotendeels hun oude AWBZ/ PGB. Vanaf 2016 heeft een groep inwoners afgezien van PGB, dan wel is er meer gekozen voor zorg in natura. Dit is conform de landelijk gesignaleerde trend.

Voor Zorg in natura geldt dat op basis van de productieverklaringen van aanbieders is gebleken dat de omvang van de nog niet (door aanbieders) gefactureerde verplichtingen lager is dan eerder geprognotiseerd.  Daarnaast heeft ook hier de eindafrekening 2015 een positief effect gehad.

Deze verschillen passen bij het proces waarin we toewerken naar een realistische begroting vanuit historisch perspectief.

De inkomsten vanuit de eigen bijdrage WMO is hoger dan begroot. Hierdoor is een overschot van  € 195.000 gerealiseerd. Overige baten binnen het programma maatschappelijke ondersteuning betreft € 25.000.

Nieuwkomers, Huisvesting Zuilenstein (lasten € 41.000 nadeel)
De kosten van de opvang van statushouders zijn € 41.000 hoger dan begroot, door hogere beveiligings- en energiekosten omdat Zuilenstein twee maanden langer is open gebleven. In 2015 was er een overschot van € 44.000 dat in de algemene reserve is gevloeid. Abusievelijk is een budgetoverheveling hiervoor niet verwerkt. In december 2016 is het project "Opvang statushouders Zuilenstein" afgerond. Alle voormalig bewoners hebben in inmiddels een woning en het complex is inmiddels weer in beheer bij Zorgspectrum.

Onderwijs (lasten: € 65.100 nadeel, baten: € 73.800 nadeel)
Het onderdeel Onderwijs bestaat uit diverse producten, zoals Primair en Voortgezet Onderwijs (PO en VO), Onderwijsachterstandenbeleid, Leerplicht/RMC en Peuterspeelzaalwerk. In deze toelichting worden alleen de belangrijkste verschillen voor het PO en VO verklaard. De overige onderdelen zijn of budgettair neutraal of bevatten kleine afwijkingen die niet nader worden toegelicht.

Het nadeel van in totaal afgerond € 65.000 aan de lastenkant van het Primair en Voortgezet Onderwijs is hoofdzakelijk veroorzaakt door onderstaande afwijkingen.
De kosten van het project brandscheidingen zijn € 104.000 lager dan begroot, voornamelijk als gevolg van een gunstige aanbesteding. Daarnaast zijn vanwege slechte weersomstandigheden geraamde onderhoudswerkzaamheden voor diverse scholencomplexen voor een bedrag van € 137.200 niet uitgevoerd. Deze werkzaamheden schuiven door naar 2017.
Hiervoor geldt dat deze kosten worden gedekt door een onttrekking uit de reserve Scholen & Maatschappelijk Vastgoed. Omdat de kosten lager zijn, is de werkelijke onttrekking daarom ook lager. Zie ook de toelichting op de balans. De middelen voor de brandscheidingen en het onderhoud blijven ter beschikking in 2017, dit wordt via de VJN 2017 geregeld.
De exploitatiekosten van onderwijsgebouwen geven een nadeel van € 299.900. Dit is het gevolg van ten onrechte niet geraamde kosten van bewegingsonderwijs, waterverbruik en hogere kosten publiekrechtelijke heffingen. Voor wat betreft de publiekrechtelijke heffingen wordt de afwijking veroorzaakt doordat de lasten onjuist zijn begroot omdat deze uit het verleden niet zijn meegegroeid met de indexatie. Daarnaast zijn de WOZ-waarden 2016 hoger getaxeerd ten opzichte van 2015 en tenslotte zijn in 2016 aanslagen van het belastingjaar 2015 ontvangen en betaald. De hogere belastinginkomsten voor de gemeente die hier tegen over staan, zijn verwerkt in het programma Algemene middelen.

Het nadeel van de baten van € 73.800 wordt verklaard door het volgende. In 2015 is de financieringssystematiek onderhoud scholen gewijzigd. Als gevolg hiervan zijn de vergoedingen van de schoolbesturen opnieuw berekend.  Hierbij is ten onrechte de vergoeding PO te hoog vastgesteld, nadeel € 47.100. Daarnaast is een geraamde opbrengst huur niet ontvangen in verband met leegstand, nadeel € 34.000. Tenslotte zijn er diverse kleine voordelen voor een bedrag van € 7.300.

Participatie (Lasten: €1.543.100 voordeel, baten: €124.600 nadeel)

De lasten van het onderdeel Participatie komen uit op een voordeel van €1.543.100. De belangrijkste verschillen worden toegelicht bij de onderdelen Gebundelde Uitkering Participatie (GUP) en Armoedebeleid. De onderdelen Sociale Werkvoorziening en Sociale Recherche laten kleine verschillen zien van € 18.200 (voordeel), die niet verder worden toegelicht.

Gebundelde Uitkering Participatie

  1. De werkelijke bijstandslasten zijn € 430.900 lager dan begroot. De reden hiervan is dat de verwachte sterke toename van het bijstandsvolume Participatiewet in 2016 zich niet heeft voorgedaan (het hele jaar schommelde het aantal uitkeringen in Nieuwegein rondom de 1.300 klanten tegen de oorspronkelijke verwachting van 1.400 klanten). Als we de totale bijstandslasten af zetten tegen de totale inkomsten dan zijn beide posten vrijwel gelijk. Zie ook de toelichting bij de baten.
  2. De uitvoeringskosten van WIL laten een voordeel zien van € 232.700. Dit komt onder meer door een hogere BTW compensatie. Een investering in geluidschermen in de kantoren van WIL is op advies van de accountant verdeeld over meerdere jaren in plaats van in één jaar, daarom zijn de kosten voor deze investering in 2016 lager uitgevallen.

Re-integratie

€ 191.000 lagere last WIL Re-integratie. Dit betreft een onderbesteding in 2016 die wordt doorgeschoven naar 2017. Om aansluiting te houden met de jaarrekening van de WIL is deze technische correctie nodig en zullen wij via de najaarsnota 2017 het budget weer toekennen aan WIL.

Armoedebeleid
Het verschuiven van regelingskosten bijzondere bijstand naar organisatiekosten (€ 43.500 voordeel).

  1. De regelingskosten bijzondere bijstand zijn € 269.900 lager dan begroot. Door meer begeleiding aan de voorkant wordt een passende oplossing gezocht waardoor minder personen een aanspraak doen op bijzondere bijstand. Ook is als gevolg van grotere inspanningen op terugvordering een hoger bedrag ten onrechte verstrekkingen terugontvangen. Tenslotte zijn de kosten voor taakstellers later in het jaar ontstaan, terwijl deze wel voor het gehele jaar zijn begroot.
  2. De kosten Collectieve Ziektekostenverzekering (€ 115.800) en schuldhulpverlening (€ 91.000) zijn eveneens lager uitgevallen. Hierbij is vooral de verklaring van de taakstellers van toepassing (zie b).
  3. Het beschikbare budget de Stadspas is in 2016 niet volledig verbruikt. Er resteert een niet besteed bedrag van € 29.500. De U-pas liep jaarlijks van januari tot januari, terwijl de Stadspas medio 2016 is ingevoerd. Bepaalde abonnementen hoefden pas verlengd te worden vanaf januari 2017.
  4. In 2016 is er nog weinig gebruik gemaakt door inwoners en maatschappelijke organisaties subsidie aan te vragen voor particuliere/maatschappelijke initiatieven (€ 112.000 voordeel). Om die reden is eind 2016 gestart met een tender. Daarnaast wordt gewerkt aan een folder en worden extra communicatiemiddelen ingezet om meer bekendheid te geven aan deze regeling.
  5. Resteert een bedrag van € 9.000 (voordeel) overige, niet nader verklaarde verschillen.

Baten
De inkomsten van het Rijk voor dit onderdeel waren in 2016 € 239.400 lager dan begroot. Daarnaast heeft WIL het saldo van de dubieuze debiteuren herberekend. Dit betekent voor de gemeente een voordeel van € 114.800.

€ 270.000 vrijval voorziening WIL dubieuze debiteuren. De omvang van de voorziening Dubieuze debiteuren in onze boeken was vanuit voorzichtigheidsoogpunt hoger dan WIL adviseert. De accountant staat op het standpunt dat dit geldt als een onrechtmatigheid.  Om die reden passen wij de hoogte van de voorziening aan.

Overige Sociaal Domein (lasten: € 194.200 voordeel)
Op de overige onderdelen in het sociaal domein is een voordeel van € 194.000 ontstaan in 2016.

Voortgang investeringen

Investering

Toelichting

Transitie Sociaal Domein