In deze paragraaf geven we een overzicht van de belangrijkste opbrengsten van belastingen en heffingen die we in 2016 in Nieuwegein hebben geheven. Naast een totaaloverzicht van de opbrengsten geven we per belasting en heffing een toelichting op de afwijkingen t.o.v. de begroting en geven we een beeld van de ontwikkelingen.

Het door ons gevoerde heffingenbeleid is verwoord in het tarievenvoorstel dat u in december 2015 heeft vastgesteld. Het beleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: aanpassing van de tarieven aan de verwachte inflatie van 1,5%, bij de OZB een extra opbrengst van € 200.000 als gevolg van verminderde leegstand en bij de heffingen zoveel mogelijk kostendekkendheid.

Opbrengst 2016 van de belangrijkste heffingen (x 1.000 euro)

In deze tabel zijn de netto lasten en opbrengsten meegenomen: er is rekening gehouden met toegerekende btw (bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing) en met kwijtschelding.

Onroerende-zaakbelasting (OZB)
Voor 2016 is, naast de inflatiecorrectie van 1,5%, een extra inkomst van € 200.000 geraamd vanwege de teruggelopen leegstand. Als prijspeil voor de nieuwe waarden gold de datum van 1 januari 2015. De verwachte waardedalingen voor woningen en niet-woningen werden verdisconteerd in de tarieven.

Maar bij de daadwerkelijke aanslagoplegging bleken de WOZ-waarden aanmerkelijk minder te zijn gedaald dan waarvan bij de berekening van de tarieven nog was uitgegaan. Dit leidde tot een aanzienlijk hogere opbrengst, daarom is bij de Voorjaarsnota € 850.000 bijgeraamd. Uiteindelijk bedraagt de opbrengst € 15.167.000 en is daarmee de meeropbrengst toch € 296.000 minder hoog uitgevallen dan geraamd. Voor het grootste deel wordt dit veroorzaakt doordat dit jaar het aantal oninbaar-verklaringen, ook over voorgaande jaren, beduidend hoger (€ 169.000) is uitgevallen dan geraamd. Dit wordt mede veroorzaakt door een aantal grote faillissementen (bv. V&D). Daarnaast is een storting van € 70.000 gedaan in de voorziening dubieuze debiteuren, voor toekomstige oninbare posten. Dit laatste is een eenmalige inhaalslag, omdat de voorziening niet meer toereikend was. Verder zijn er over eerdere jaren nog relatief veel verminderingen verleend.
Onderstaande grafiek geeft een meerjarige weergave van de begrote en werkelijke inkomsten OZB.

Roerende-zaakbelasting
Voor de roerende-zaakbelasting gelden dezelfde regels en tarieven als bij de onroerende-zaakbelasting. Roerende zaken in Nieuwegein zijn voornamelijk woonboten. Hiervan zijn er niet veel waardoor de opbrengsten beperkt zijn.

Precariobelasting
De opbrengst precariobelasting bleef in 2015 ook al achter bij de raming maar in 2016 is de uiteindelijke opbrengst uitgekomen op slechts € 96.000, ruim € 70.000 lager dan geraamd. Een deel is verklaarbaar doordat er bijvoorbeeld ook een dalende tendens is in het aantal uitgegeven evenementenvergunningen, een deel niet. Onze uitvoeringsorganisatie, de BghU, gaat in 2017 onderzoeken wat de oorzaken kunnen zijn.

Parkeerbelasting
Parkeerbelasting wordt alleen geheven voor het straatparkeren. Opbrengsten uit garageparkeren e.d. maken géén onderdeel uit van de lokale heffingen. Die parkeergelden zijn privaatrechtelijk geregeld, de opbrengsten hiervan worden verantwoord op programma 6 (product garageparkeren en parkeersystemen).
De opbrengst in 2016 van € 1.610.000 is € 242.000 lager dan geraamd en ten opzichte van vorig jaar zijn de opbrengsten met € 182.000 ofwel ruim 10% afgenomen. Dit is vooral een gevolg van het ingezette beleid, waarbij parkeren op straat wordt ontmoedigd (door een hoger tarief) ten gunste van de parkeergarages. Daardoor vindt een verschuiving in de opbrengsten plaats van de straat naar de garages. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.2.8 Parkeren.

Waboleges (voorheen bouwleges)
De gerealiseerde inkomsten van Waboleges zijn in 2016 nog  € 235.000 hoger uitgevallen dan geraamd. Er was al € 300.000 extra bijgeraamd, bij de NJN is dit verder verhoogd met € 325.000 maar uiteindelijk is € 1.993.000 ontvangen. Daarmee liggen de inkomsten op een aanmerkelijk hoger niveau dan de afgelopen jaren, zodat voor het eerst in jaren de kostendekking in 2016 uitkomt boven de 100% namelijk op 150%. Een deel van de werkzaamheden die samenhangen met deze in 2016 verstrekte vergunningen zullen echter in 2017 en 2018 worden uitgevoerd. Het betreft enkele grote projecten waarbij de volledige legesopbrengsten in 2016 zijn ontvangen terwijl de kosten aan toezicht en handhaving in 2017 zullen worden gemaakt.
De tarieven zijn in 2013 bijgesteld op basis van de meerjarenprognose 2013-2022, over deze periode van tien jaar werd uitgegaan van een kostendekking van gemiddeld 100%. Jaarlijkse schommelingen zijn hierbij onontkoombaar, deze vloeien vaak voort uit enkele grote tot zeer grote bouwprojecten. We zijn overigens voornemens het komende jaar de meerjarenprognose te actualiseren

Waboleges

Afvalstoffenheffing
De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn voor 2016 verhoogd met slechts 0,5%, onder andere omdat ook een onttrekking aan de voorziening afvalstoffenheffing was geraamd van € 336.000.
De geraamde netto opbrengst van de afvalstoffenheffing is nagenoeg gerealiseerd. Het aantal kwijtscheldingen is weliswaar nog iets hoger dan geraamd maar wel gedaald ten opzicht van vorig jaar. Het geraamde tekort is vooral lager uitgevallen door hogere inkomsten van derden en daarnaast nog wat kleinere meevallers in de uitgaven.

Onderstaande grafiek laat de meerjarige ontwikkeling zien van de kosten en opbrengsten afvalstoffen.
Rekening houdend met de btw-toerekening aan de kosten is per saldo een tekort ontstaan van € 86.000, wat resulteert in een dekking van ruim 98%, terwijl bij de tariefsberekening nog was uitgegaan van bijna 94%. Dit tekort wordt onttrokken aan de voorziening ter egalisatie van de afvalstoffenheffing. Daarnaast is dit jaar nog een onttrekking aan de voorziening gedaan ten gunste van de voorziening dubieuze debiteuren ad € 30.200. Daardoor daalt deze voorziening van € 605.000  naar € 488.000. Bij het jaarlijkse tarievenvoorstel zal de stand van de voorziening betrokken worden.

Rioolheffing
Omdat de kosten van riolering flink zouden toenemen was de rioolheffing 2016 met 6% verhoogd met daarnaast, gezien de stand van de egalisatievoorziening rioolheffing, ook nog een geraamde onttrekking van € 522.000. Dit betekende een verwachte dekkingsgraad van 88%.
De opbrengsten rioolheffing blijven, net als voorgaande jaren, structureel wat achter bij de raming, zowel door kwijtschelding als lagere opbrengst grootverbruik (door minder waterverbruik). Voor 2017 zijn de ramingen inmiddels aangepast.
Doordat er ook meevallers aan de uitgavenkant waren, resteert dit jaar per saldo toch nog een iets lager dan geraamd tekort, van € 506.000, wat wordt onttrokken aan de voorziening. Daarmee komt de kostendekking uit op 87,7%.
Door deze onttrekking daalt de voorziening ultimo 2016 naar € 487.000. De stand van de voorziening zal worden betrokken bij de vaststelling van de tarieven rioolheffing voor de komende jaren.


Begraafrechten
De opbrengsten van begraafrechten fluctueren jaarlijks, de laatste paar jaar bleven de kosten en opbrengsten voor het begraven nagenoeg met elkaar in evenwicht. Door een andere kostentoerekeningssytematiek vallen de kosten vanaf 2016 echter structureel hoger uit. Nu ook de inkomsten in 2016 ook nog wat achterblijven resteert nu slechts een dekkingspercentage van 72%.

Kwijtschelding
Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing, rioolheffing kleinverbruik, OZB en roerende-zaakbelastingen. Voor kwijtschelding worden de landelijke normen gehanteerd zoals de VNG die heeft opgesteld. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van automatische kwijtschelding.
Het aantal toegekende kwijtscheldingen is in 2016, na een aantal jaren van stijgingen, weer wat afgenomen, het totaalbedrag aan kwijtscheldingen is gedaald naar € 517.000. Er is in 2016 aan 1.680 huishoudens kwijtschelding verleend, waarvan 760 automatisch. In 2014 en 2015 was dit nog aan totaal 1.515 resp. 1.892 huishoudens.

Vergelijking lokale lasten met de regio
Zoals blijkt uit onderstaand overzicht liggen de lokale lasten in de gemeente Nieuwegein op alle fronten onder zowel het regionale als het landelijke gemiddelde.

afvalstoffenheffing

rioolrecht

OZB

totaal lokale lasten

gemeente

1-pers.

meerpers.

1-pers.

meerpers.

1-pers.

meerpers.

Nieuwegein

150

214

94

135

231

475

580

IJsselstein

133

256

90

246

245

468

747

Houten

108

184

72

123

374

554

681

Utrecht

205

243

234

234

232

671

709

Vianen

184

250

256

256

232

672

738

Lopik

162

189

119

197

371

652

757

Bunnik

152

206

176

176

495

823

877

Zeist

161

236

133

133

259

553

628

De Bilt

136

263

206

281

374

716

918

Woerden

177

211

181

181

314

672

706

Baarn

222

222

223

223

357

802

802

Soest

179

200

172

172

246

597

618

Stichtse Vecht

146

221

176

239

365

687

825

gemiddeld 2016 regio

163

223

164

200

315

642

737

gemiddeld 2016 landelijk

262

192

268

722