De Commissie BBV heeft het volgende bepaald:

Begrotingsafwijkingen en -overschrijdingen (beleidsmatig en/of financieel) behoeven autorisatie door de gemeenteraad. In de regel zullen begrotingswijzigingen vooraf door het college aan de raad worden voorgelegd ter autorisatie. Hiermee wordt toestemming gevraagd voor het te realiseren beleid en voor de besteding van het benodigde bedrag. Slechts indien de omstandigheden een autorisatie vooraf niet mogelijk maken zal achteraf een begrotingswijziging moeten worden voorgelegd. Indien de raad ermee instemt wordt de besteding alsnog geautoriseerd en is deze rechtmatig. Begrotingswijzigingen moeten volgens de Gemeentewet tijdens het jaar zelf nog aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Indien een wijziging niet meer in het jaar zelf is voorgelegd zijn bestedingen boven het begrotingsbedrag strikt genomen onrechtmatig. Toch kan voor de accountant bij de controle vaststaan dat een aantal (begrotings)overschrijdingen binnen de beleidskaders van de gemeenteraad vallen.

Er zijn een aantal begrotingsoverschrijdingen. Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend.

A *

B *

1

Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd.

x

2

Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de raad.

x

3

Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten

x

4

Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen

x

5

Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn

x

6

Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt

  • Geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar
  • Geconstateerd na verantwoordingsjaar.





x




x

7

Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren

  • Jaar van investeren
  • Afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren





x




x

*A   Rechtmatig, althans telt niet mee voor het oordeel
*B   Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel

In onderstaande tabel zijn de totaalbedragen per programma opgenomen (lasten). Negatieve totalen zijn beoordeeld aan de hand van bovenstaande criteria.
Dit betreffen de programma's 1, 5, en 6. De mutaties die hebben geleid tot het negatieve resultaat zijn benoemd, met daarachter de categorie overschrijdingen waarin die mutatie valt. De conclusie is dat alle genoemde overschrijdingen rechtmatig zijn.

Nr

Programma

Begroot

Werkelijk

Verschil

1

Bestuur, samenleving en dienstverlening

3.895.352

4.193.840

-298.488

2

Openbare orde en veiligheid

3.469.710

3.363.436

106.274

3

Transities Sociaal Domein

70.337.394

67.646.231

2.691.163

5

Economie, werk en vrije tijd

12.080.159

12.431.374

-351.215

6

Ruimtelijke ontwikkeling

22.310.092

37.462.074

-15.151.982

7

Duurzame ontwikkeling

7.232.496

5.751.162

1.481.334

8

Beheer openbare ruimte

14.175.732

12.887.206

1.288.526

19

Bedrijfsvoering

38.541.332

38.297.553

243.779

Totaal 2016

172.042.267

182.032.876

-9.990.609

In de overschrijding op programma 1 is inbegrepen:

  • aanvullende dotatie wethouderspensioenen (€ 270.000) (4a)
  • overschrijding accountantskosten (€ 45.000) (4a)
  • vertraging uitvoering afspraken met BghU inzake personeel (€ 100.000) (4a)
  • hogere bijdrage BghU (€ 15.000) (4a)
  • hogere rijksafdracht leges ( € 65.000); dit bedrag wordt voor € 115.000 gecompenseerd door hogere opbrengsten)  (3a)

In de overschrijding op programma 5 is inbegrepen:

  • de deels niet ingevulde taakstelling Sport (€ 241.300) (3a)
  • de aanvullende subsidie voor DE KOM in verband met compensatie
    van BTW-lasten (€ 144.000) (3a)

Voor de overschrijding op programma 6 wordt verwezen naar de paragrafen rond het Grondbeleid
4.2.7 en Parkeren (4.2.8).